Peru, een mooi land met armoede

Het land

De presidentiële republiek Peru is een land aan de westkust van Zuid Amerika. Het land is ongeveer 30 keer zo groot als Nederland en telde eind 2022 ruim 34 miljoen inwoners.

De spreektaal is Spaans, maar plaatselijk wordt ook Quechua en Aymara gesproken.

Peru heeft een lange en rijke culturele geschiedenis. Tot op de dag van vandaag zijn sporen uit de Inca-beschaving uit de 15e eeuw nog zichtbaar. Diverse bezienswaardigheden staan op de Werelderfgoedlijst. Machu Picchu, een ruïne van een oude Inca stad, is daarvan het bekendste voorbeeld.

De kleurrijke folklore is overal in Peru nog te zien onder andere in kleding en textiel. Muziek, uitgevoerd op traditionele instrumenten, speelt een grote rol in de vele volksfeesten die Peru rijk is.

Armoede

Van de Peruaanse bevolking leeft gemiddeld zo’n 30% onder de armoedegrens. Dit percentage is de laatste decennia sterk verlaagd, in de 90-er jaren schommelde dit rond de 55%. Ook zijn er plaatselijk grote verschillen. Ongeveer de helft van de bevolking is niet zeker van de dagelijkse basisbehoeften. Hun sociaaleconomische positie is zwak. Dit komt voornamelijk doordat zij hun inkomsten moeten verkrijgen uit de zeer onzekere informele markt, bijvoorbeeld als taxichauffeur of straatverkoper.

De Covid pandemie heeft het toerisme van maart 2020 tot eind 2021 volledig stilgelegd, waardoor de situatie van deze mensen zeer ernstig is verslechterd. Van overheidssteun was niet of nauwelijks sprake.

Politiek verkeert Peru al jaren in onzekere tijden. Door corruptie en grote politieke onrust heeft armoedebestrijding niet de hoogste prioriteit, hoewel er de laatste jaren wel vooruitgang is geboekt.

Onderwijs

 

Goed onderwijs is de enige manier om aan de armoede te ontkomen. Om echter te kunnen overleven, moeten vaak alle familieleden van de arme gezinnen werken, dus ook de kinderen. Daardoor zijn zij genoodzaakt hun schoolopleiding te onderbreken of zelfs te staken.

In Peru geldt officieel een leerplicht tot 16 jaar, maar er wordt nauwelijks op gecontroleerd. Lagere schoolonderwijs is in theorie gratis. Door bijkomende kosten voor de verplichte aanschaf van uniform, sportkleding en schoolspullen kunnen toch veel ouders hun kleine kinderen niet naar de lagere school laten gaan.

In Peru geldt dat er gemiddeld ruim 13% van de kinderen in de leeftijd tussen 3 en 16 jaar niet naar school gaat. Voor kinderen tussen de 12 en 16 jaar is dat zelfs 30%. Veel kinderen wordt de kans ontnomen een basis te leggen voor hun toekomst. In alle leeftijdsgroepen is het percentage kinderen dat noodgedwongen werkt, naast, of in plaats van school of studie, zeer hoog.

De pandemie van 2020-2022 heeft dit percentage sterk verhoogd. Fysiek onderwijs heeft twee jaar vrijwel stilgelegen. Een groot deel van de bevolking had niet de financiële middelen om hun kinderen online onderwijs te laten volgen, zo dat al van overheidswege geregeld werd. Peru is hierdoor uitgegroeid tot een van de landen met de grootste school- en leerachterstand, als gevolg van de pandemie.

Stichting Poco a Poco

Beetje bij beetje wil stichting Poco a Poco een aantal kinderen in Cusco helpen uit de armoede spiraal te geraken, door voor hen onderwijs mogelijk te maken. De noodzaak is groot, want de regio Cusco behoort tot de allerarmste gebieden van Peru.

Al ver voor de pandemie begint het verhaal van stichting Poco a Poco. De pandemie heeft die noodzaak alleen maar groter gemaakt.

Bronnen: wikipedia ea